1. Wanneer is dat ongeval gebeurd? 
 2. Wat gebeurt er vandaag op school? 
 3. Het gebeurt maar zelden dat het sneeuw op kerstdag.
 4. Wat gebeurt er als hij valt? 
5. In Brussel gebeurt er altijd wel iets. 
6. Wat is er gisteren in de klas gebeurd?
 7. Wat er ook gebeurt, de politie staat paraat!
 8. Is er vorig jaar in ons dorp iets spannends gebeurd? 
9. Hier gebeurt bijna nooit iets! 
10. Wat zou er gebeurd zijn met die voetballer? 
11. Ik gebruik een lat om een rechte lijn te tekenen. 

Mijn broer schrijft een verhaal op het blad. 

Onze juf tekent mooi op het bord.
 Die kat probeert muizen te vangen!
 Moeder koopt een krant in de winkel. 
De band van mijn fiets is stuk! 
Poes ligt rustig in de mand.
 Een olifant heeft een lange slurf.
 Kleine zus speelt graag in het zand.
 De meester geeft de plant te weinig water.


Inschrijven bij de gemeente
links video luisten

luist de test
Ebru moet haar rijbewijs aanvragen bij de gemeente waar ze ingeschreven staat.

luist test hier