http://www.jufmelis.nl/werkwoordspelling/Persoonsvorm-TT-en-VT/Persoonsvorm-TT-en-VT-3

https://quizlet.com/28448076/dutch-courses-amsterdam-werkwoorden-met-vaste-preposities-flash-cards/
1: Een oude mevrouw (vallen, vt) vanmorgen van haar fiets.

2: Een jong meisje hielp haar bij het opstaan.

 3: Het aardige meisje (heten, vt) Sarah.

4: Sarah (worden, tt) later kapster.

5: Dat (lijken, tt) haar een geweldig beroep.

 6: De oude mevrouw (bedanken, vt) Sarah uitgebreid.

7: Ze (vragen, vt) haar binnen voor een kopje thee

. 8: De oude mevrouw (wonen, tt) al jaren in hetzelfde huisje.

9: Ze (hopen, tt) dat ze nooit naar een bejaardentehuis zal moeten.

 10: Sarah en de mevrouw (kletsen, vt) de rest van de middag.

https://quizlet.com/28448076/dutch-courses-amsterdam-werkwoorden-met-vaste-preposities-flash-cards/ betalen aan denken aan (zich) ergeren aan schijt hebben aan verhuren aan wennen aan geïnteresseerd zijn in geloven in interesse hebben in plezier hebben in trek hebben in zin hebben in afrekenen met bedoelen met beginnen met bevriend zijn met bezig zijn met blij zijn met eens zijn met oneens zijn met feliciteren met klaar zijn met meedoen met meedoen aan ophouden met stoppen met tevreden zijn met ontevreden zijn met rekening houden met trouwen met (zich) bemoeien met gaan naar(toe) kijken naar luisteren naar ruiken naar zoeken naar komen bij passen bij geven om lachen om vragen om boos zijn op gek zijn op lijken op reageren op solliciteren op solliciteren naar trakteren op verliefd zijn op wachten op informatie hebben over twijfels hebben over denken over spelen tegen komen uit afhangen van genieten van genoeg hebben van houden van horen van huren van komen van(daan) krijgen van lenen van scheiden van schrikken van verliezen van vriend zijn van winnen van allergisch zijn voor bang zijn voor (be)danken voor (zich) inschrijven voor (zich) inschrijven bij (zich) schamen voor uitnodigen voor controleren of informeren of vragen of weten of

4. Is het werkwoord een persoonvorm?
   1. 
      
5.   ja
6. 
   
7. 2.   nee
8. Staat de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd ?
   1. 
      
9.   ja
10. 
    
11. 2.   nee
12. Staat ik voor of achter de persoonsvorm of staat jij achter de persoonsvorm?
    1. 
       
13.   ja
14. 
    
15. 2.   nee
16. Is het werkwoord een zwak werkwoord?
    1. 
       
17.   ja
18. 
    
19. 2.   nee
20. Is de letter voor de uitgang -en van de infinitief een letter van'T KoFSHiP? (alleen de medeklinkers)
    1. 
       
21.   ja
22. 
    
23. 2.   nee
24. Het werkwoord is een ........?
    1. 
       
25.   infinitief
26. 
    
27.   voltooid deelwoord
28. 
    
29.   bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord (staat voor een zelfstandig naamwoord)
30. 
    
  onvoltooid deelwoord

http://www.cambiumned.nl/oefeningen/uitleg-werkwoordspelling/

 gaan, gegan.
 blijven ,gebleven .
verkopen ,verkocht .
leren ,geleerd.
 zijn, geweest.
 preten, gepraat.
 lezen ,heb gelezen 

extra oefenen

https://quizlet.com/30881563/flashcards

http://spelling.tormentil.nl/pvindevt_allesdoorelkaar__3_.htm 

 http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-spelling-persoonsvorm-in-de-verleden-tijd-van-sterke-werkwoorden/