Mostrando postagens com marcador oefeningen nt2. Mostrar todas as postagens
Mostrando postagens com marcador oefeningen nt2. Mostrar todas as postagens
Kikker in de kou geschreven door Max Velthuijs
1 Kikker in de kou geschreven door Max Velthuijs
2 Op een ochtend toen Kikker wakker werd, merkte hij meteen dat er iets veranderd was in de wereld.
3 Hij sprong uit bed en liep naar het raam
Hij sprong uit bed en liep naar het raam. Tot zijn verwondering zag hij dat alles wit was.
4 Verbaasd rende hij naar buiten. Er lag overal sneeuw
Verbaasd rende hij naar buiten. Er lag overal sneeuw! Het was erg glad en voor hij het wist, gleed hij van de oever naar beneden...
5 ... zo het water in. Maar het water was bevroren en daar lag Kikker op het harde koude ijs. Hoe moet ik me nou wassen als er geen water meer is? dacht hij geschrokken.
6 Bibberend van de kou zat Kikker op de oever
Bibberend van de kou zat Kikker op de oever. Daar kwam Eend aanschaatsen. Hallo Kikker, riep ze vrolijk. Lekker weertje vandaag!
7 Ga je mee schaatsen. Nee, zei Kikker somber, ik heb het koud
Ga je mee schaatsen? Nee, zei Kikker somber, ik heb het koud. Maar schaatsen is gezond, zei Eend. Kom mee. Ik zal het je leren.
8 En ze bond Kikker haar schaatsen onder
En ze bond Kikker haar schaatsen onder. Ze gaf hem een zetje en daar gleed Kikker over het ijs. Maar het duurde niet lang of hij ging onderuit.
9 Toen Eend vroeg of hij het leuk vond, zei Kikker: Nee ik heb het koud
Toen Eend vroeg of hij het leuk vond, zei Kikker: Nee ik heb het koud. Jij hebt een warm verenpak aan, ik ben maar een naakte kikker. Je hebt gelijk zei Eend. Je mag mijn warme wollen sjaal wel houden.
10 Daar liep Varkentje met een mand vol hout voor de kachel
Daar liep Varkentje met een mand vol hout voor de kachel. Heb jij het ook koud? vroeg Kikker. Koud? zei Varkentje. Welnee, ik houd juist van die frisse, gezonde winterlucht. Winter is het fijnste wat er is.
11 Ja, zei Kikker treurig, maar jij hebt een dikke speklaag en wat heb ik
Ja, zei Kikker treurig, maar jij hebt een dikke speklaag en wat heb ik? Arme Kikker, dacht Varkentje. Kon ik hem maar helpen. Een warme trui, dat is wat hij nodig heeft.
12 Een twee, een twee daar kwam Haas aangerend
Een twee, een twee daar kwam Haas aangerend. Hij was aan het joggen in de sneeuw. Hoi, riep hij vrolijk, sport is gezond!
13 Doe mee, Kikkertje, beweging is goed voor je
Doe mee, Kikkertje, beweging is goed voor je. Nee, zei Kikker, ik heb het koud. Jij hebt een lekkere warme vacht, maar ik ... Bedroefd ging hij naar huis.
14 De volgende dag kwamen zijn vrienden hem halen
De volgende dag kwamen zijn vrienden hem halen. Ze gingen sneeuwballen gooien. Wat hadden ze een plezier!
15 Maar Kikker had het koud en kon hun vreugde niet delen
Maar Kikker had het koud en kon hun vreugde niet delen. Ik ben maar een arme naakte kikker, dacht hij en strompelde treurig weg.
16 Dagenlang zat hij bij de kachel en kwam de deur niet uit
Dagenlang zat hij bij de kachel en kwam de deur niet uit. Dromend van voorjaar en zon stookte hij de kachel op tot het laatste stukje hout was gebruikt. Langzaam doofde het vuur. Het werd kouder en kouder.
17 Toen moest Kikker wel naar buiten om hout te zoeken
Toen moest Kikker wel naar buiten om hout te zoeken. Maar alles lag dik onder de sneeuw en er was niets meer te vinden.
18 Dikke sneeuwvlokken dwarrelden uit de grauwe hemel
Dikke sneeuwvlokken dwarrelden uit de grauwe hemel. Hij liep en liep tot hij de weg kwijt was. Alles om hem heen was wit. Uitgeput viel hij languit in de sneeuw. Een zielige, naakte kikker.
19 Gelukkig vonden zijn vrienden hem nog net op tijd
Gelukkig vonden zijn vrienden hem nog net op tijd. Blauw van de kou, bijna doodgevroren. Ik heb het koud, mompelde Kikker. Kop op, zei Haas, alles komt goed. En voorzichtig droegen ze hem naar huis en stopten hem in bed.
20 Haas haalde vlug hout en stookte de kachel flink op
Haas haalde vlug hout en stookte de kachel flink op. Varkentje kookte een lekker soepje voor Kikker en Eend sprak hem moed in.
21 ‘s Avonds las Haas verhalen voor over een mooie dag in mei
‘s Avonds las Haas verhalen voor over een mooie dag in mei. En terwijl ze aandachtig luisterden, breide Varkentje een warme trui voor Kikker. Zo werd Kikker verwend door zijn vrienden. Wat is de winter toch heerlijk als je lekker in je bed ligt, dacht Kikker.
22 Eindelijk kwam de dag dat Kikker weer sterk genoeg was om naar buiten te gaan. Zonder hazenvacht, zonder speklaagje en zonder veren, maar met zijn nieuwe trui aan, deed hij de eerste stappen in de sneeuw. En?, vroeg Haas nieuwsgierig. Fijn, zei Kikker dapper. Maar koud was het wel.
23 Zo liep een lange winter ten einde
Zo liep een lange winter ten einde. Op een ochtend werd Kikker wakker en hij merkte meteen dat er iets veranderd was. Een gouden licht stroomde de kamer binnen. Blij sprong hij uit zijn bed en hij rende naar buiten.
24 De wereld om hem heen was helder groen en de zon stond stralend aan de hemel. Hoera, riep hij. Wat is het fijn om een kikker te zijn en de zon te voelen op je blote kikkervel.
25 Haas keek tevreden toe en zei: wat zou de wereld zijn zonder Kikker
Haas keek tevreden toe en zei: wat zou de wereld zijn zonder Kikker? Niks, zei Varkentje. Helemaal niks, zei Eend.
Wie heeft de stickers van de juf gepakt?

1 Wie heeft de stickers van de juf gepakt?
Eerlijk zijn ... blij zijn!Wie heeft de stickers van de juf gepakt?
2 De kinderen mogen kiezen wat ze gaan doen. Ron wil in de poppenhoek
De kinderen mogen kiezen wat ze gaan doen. Ron wil in de poppenhoek. Karim wil verven. ‘Juf, mag ik stempelen?’ vraagt Lotte. Lotte gaat snel aan de slag. Bram kreeg gisteren een sticker van de juf, omdat hij zo netjes werkte. Het was een hele mooie, met een glinsterend hartje. Lotte hoopt dat ze vandaag net zo’n sticker met een hartje krijgt. Lotte zoekt bij iedere letter van haar naam de juiste stempel. Lotte, Lotte, Lotte,… stempelt ze.
3 ‘Heb je dit helemaal alleen gedaan. ’ vraagt de juf verbaasd
‘Heb je dit helemaal alleen gedaan?’ vraagt de juf verbaasd. Lotte knikt trots.‘Wat ziet het er mooi uit!’ zegt de juf. De juf pakt uit haar bureaula een velletje met stickers.Lotte hoopt dat ze die met het hartje krijgt. De juf pakt er één onderaan het blaadje.‘Omdat je zo je best gedaan hebt.’Het is niet die met het hartje. Het is die met een zilveren visje.
4 Het is pauze en de kinderen spelen buiten
Het is pauze en de kinderen spelen buiten. Lotte moet ineens nodig plassen.Van de juf mag ze even naar binnen. Ze loopt vlug de gang in. Waar is haar juf?Ze kan haar tuinbroek niet in haar eentje losmaken.Ze loopt de klas in. Is de juf hier? Nee. De klas is helemaal leeg.Ze loopt zachtjes naar het bureau van de juf. Voorzichtig schuift Lotte het laatje open.Ja! Daar liggen de mooie stickers. Wat glimmen ze toch mooi!
5 Lotte pakt een velletje stickers uit de la
Lotte pakt een velletje stickers uit de la. Een velletje vol met hartjes.Grote en kleine hartjes. Hartjes in allerlei mooie kleuren. Ze zijn allemaal prachtig.Lotte kijkt snel om zich heen. Er is niemand die het ziet.Ze stopt de stickers vlug in de zak van haar tuinbroek.
6 ‘Wat doe jij binnen. ’ Lotte schrikt
‘Wat doe jij binnen?’ Lotte schrikt. De juf loopt door de gang met een kopje koffie.‘Ik moet naar het toilet, maar krijg mijn broek niet los’ hijgt Lotte.‘Kom hier, dan help ik je wel even.’ Juf maakt Lottes broek los.Zal juf de stickers in het voorzakje van haar broek zien?Juf ziet de stickers niet. ‘Ga maar snel plassen’ zegt ze alleen.
7 Later in de kring kijkt de juf helemaal niet blij
Later in de kring kijkt de juf helemaal niet blij! ‘Ik ben een beetje verdrietig.’ zegt juf.‘Waarom, juf?’ vraagt Liz.‘De stickers in mijn laatje zijn verdwenen. Ik denk dat een kind van de klas ze heeft gepakt.’Lottes hart klopt in haar keel. Ze draait op haar stoel.‘Je mag nooit iets pakken wat van een ander is.’ zegt juf.‘Dat is stelen!’ roept Bram. De kinderen knikken.‘Hoe zouden jullie het vinden als iets van jullie werd gestolen?’ vraagt juf.‘Ik hoop dat degene die ze gepakt heeft het eerlijk zal toegeven!’
8 Lotte zit al tien minuten op het toilet
Lotte zit al tien minuten op het toilet. Ze houdt de stickers in haar handen. Ze is bang.Wat moet ze toch doen? Had ze ze maar nooit gepakt!Dan heeft ze een idee! Ik doe net of ik ze gevonden heb, denkt ze.Ze gaat vlug terug naar de klas en loopt naar de juf.
9 ‘Juf. Kijk eens wat ik gevonden heb. Ze lagen bij de toiletten
‘Juf! Kijk eens wat ik gevonden heb! Ze lagen bij de toiletten!’ stottert Lotte.Juf zegt niks. Lotte kijkt zenuwachtig naar juf. Waarom zegt ze niks?‘Kom eens hier, Lotte.’ zegt Juf. ‘Weet je wat ik denk? Ik denk dat jij ze uit mijn la hebt gepakt.’‘Niet waar!’ roept Lotte. ‘Iemand anders heeft ze gepakt! Ik heb ze alleen maar gevonden!’
10 Juf kijkt Lotte stil aan. Lotte kan het niet meer volhouden.
Ze slaat de handen voor de ogen en begint te huilen.Juf aait Lotte over de rug tot ze is uitgehuild.‘Heb je mijn stickers gepakt?’ vraagt juf.Lotte gluurt door haar vingers naar de juf en knikt.Juf kijkt niet heel boos. ‘Ik ben blij dat je het eerlijk hebt toegegeven’, zegt de juf.Lotte kijkt op. De juf kijkt vriendelijk.
11 ‘Bent u niet boos?’ vraagt Lotte.
‘Iedereen maakt wel eens een fout’ zegt juf ‘En het was fout van iets te pakken dat niet vanjou is. Maar nu ben je eerlijk en daar ben ik blij om. Ik hoop dat dit nooit meer gebeurt!’Lotte is opgelucht dat alles weer goed is.Bram vraagt na school of Lotte mee gaat knikkeren.‘Ja, leuk!’ zegt Lotte vrolijk. Wat voelt ze zich blij!
12 Eerlijk zijn is … gelukkig zijn.
Eerlijk zijn is ons klasthema.We proberen eerlijk te zijntegenover elkaar,zodat we een zo blij mogelijke klaskunnen zijn.Vriendjes van onze klas:Sam, Naomi, Jolien, Jana, Filip,Laura-Ellen,Danaë, Diego, Nils, Emelie enBranko.Juf Veerle

Opkomen voor jezelf.

1 Opkomen voor jezelf

2 Meester Jaap

3 Hoe kom jij voor jezelf op?
Luister goed en kies voor rood, geel, groen of blauw.

4 2 Kinderen in jouw groepje kletsen met elkaar
2 Kinderen in jouw groepje kletsen met elkaar. Juf of meneer spreekt jou er op aan. Wat doe je? * Je roept; “Maar ik zei niets!” * Je doet of zegt niets. * Je zegt tegen je buurvrouw dat je helemaal niets zei. * Na de les ga je naar meneer of juf om te zeggen dat jij dat niet was.

5 Je hebt nieuwe schoenen. Trots laat je ze zien
Je hebt nieuwe schoenen. Trots laat je ze zien. Iemand reageert met: “Wat een kinderachtige schoenen zeg!” Wat doe jij? * Je kijkt diegene boos aan * Je zegt:”Nou ik vind jouw schoenen pas echt lelijk.” * Je negeert diegene. * Je zegt:”Jij vindt ze misschien kinderachtig maar ik vind ze mooi.”

6 Juf of meneer heeft een bepaalde rekensom al heel vaak uitgelegd
Juf of meneer heeft een bepaalde rekensom al heel vaak uitgelegd. Nog steeds snap je er niet veel van. Wat doe je?* Nog maar eens vragen. Daar heb je immers een juf of meneer voor.* Niets….. Ja, alleen hopen dat de som niet in de toets voorkomt.* Gewoon het antwoordenboekje gebruiken* Je vraagt het aan iemand uit je groep.

7 Je hebt een onvoldoende voor je topoproefwerk
Je hebt een onvoldoende voor je topoproefwerk. En dat terwijl je dacht dat je heel goed geleerd had. Je ouders zeggen:”Je had beter moeten leren.” Wat doe je?* Je slaat de deur boos dicht en gaat op je kamer zitten. Ouders…. Ze begrijpen je toch niet.* Je vraagt je ouders de volgende keer samen met je te leren.* Je laat je vrienden aan je ouders vertellen dat jij veel langer leert dan zij.* Je zegt dat jij vindt dat wel genoeg geleerd hebt en dat je ook baalt van de onvoldoende.

8 Jij wordt uitgelachen in de klas omdat je poep onder je schoen hebt
Jij wordt uitgelachen in de klas omdat je poep onder je schoen hebt. Wat doe je?* Je reageert er niet op en vraagt aan juf/meneer of je je schoen schoon mag maken.* Je doet je poepschoen uit en rent achter die lachende kinderen aan.* Je zegt dat je het niet leuk vindt en gaat je schoen schoonmaken* Je lacht er zelf ook om en balend maak je je schoen schoon.

9 In de klas krijgen steeds dezelfde kinderen een beurt
In de klas krijgen steeds dezelfde kinderen een beurt. Jij wil ook graag de beurt maar krijgt die bijna nooit. Wat doe je? * Je schreeuwt door de klas:”En nu wil ik ook wel eens.” * Je blijft gewoon je vinger opsteken. De aanhouder wint. * Je gaat met meneer/juf praten. * Je bent de hele dag boos / chagrijnig. Had juf of meneer je maar een beurt moeten geven.

10 Je staat bij de kassa in de rij. Een mevrouw gaat gewoon voor je staan
Je staat bij de kassa in de rij. Een mevrouw gaat gewoon voor je staan. Wat doe je dan? * Je zegt:”Sorry mevrouw, maar ik stond voor u.” * Je duwt haar gewoon aan de kant en gaat weer op je eigen plek staan. * Je laat het zo, die mevrouw heeft je vast niet gezien. * Je zegt hardop: “Ooh, ik vind die voordringers zo vervelend.

11 Hoe moet je opkomen voor jezelf?
Pestprotocol Naam:leerlingenraad Groep:5,6,7,8
1 Pestprotocol Naam:leerlingenraad Groep:5,6,7,8
2 Plagen is:iets afpakken en dan weer teruggeven als diegene dat vraagt.iets doen wat de ander ook leuk vindt.
3 Pesten is: uitschelden,slaan en schoppen.
iets afpakken en dan niet teruggeven.iets doen wat de ander niet leuk vindt
4 Kun jij iets doen?Ja, jij zou wel iets kunnen doen. De meeste kinderen blijven vanaf een afstandje staan kijken maar het is beter als je de gepeste helpt en niet bij de pesters gaat staan.Er komt ook een brievenbus bij de klas en daar kan je een brief in doen en daar kun je in schrijven dat je gepest wordt en dan hoef je dat niet te zeggen als je dat eng vindt dus dat is makkelijker.
6 Onze afspraken:1:als je voor de eerste keer wordt gepest kan je stop hou op zeggen.2:het bespreken of zorg dat iemand het weet.3:zorg ook dat een volwassene het weet.4:je komt op voor het kind dat gepest wordt als je dat ziet.
7 Straf voor pesters en gesprekken met ouders.
straf voor pesten zou kunnen zijn dat de pesters een opstel schrijven over pesten.beide ouders van pester en gepeste worden ingelicht.we gaan dan ook praten met de pester en het kind dat gepest wordt.
8 Bedankt voor de aandacht Groeten leerlingenraad